De spoorlijn Leiden-Woerden

De Rijnstreek ontsloten

De ingebruikname van de lijn Leiden-Woerden in 1878 was het begin van de ontsluiting van de Rijnstreek door het spoor. De Alphenaren hadden er lang naar uitgekeken. Vanaf 1915 konden ook Aarlanderveners gebruikmaken van de trein. De Boskoopse kwekers moesten echter wat langer geduld hebben voordat zij hun bomen en planten per trein naar hun afnemers konden laten vervoeren. Men had aanvankelijk grote verwachtingen van het railvervoer voor de ontwikkeling van de Rijnstreek, maar die bleken in de praktijk tegen te vallen. Zelfs de lijn Leiden-Woerden-Utrecht heeft moeilijke tijden gekend, maar gelukkig is er nu zicht op groei en vernieuwing.

De lijn Leiden-Woerden

Omstreeks 1850 waren trekschuit en postkoets nog de belangrijkste middelen van openbaar vervoer in de Rijnstreek. Hoewel je al in 1839 met de stoomtrein van Amsterdam naar Haarlem kon reizen, zou het nog veertig jaar duren voordat ook inwoners van de Rijnstreek dit moderne vervoermiddel konden gebruiken. Het eerste plan voor de aanleg van een spoorlijn tussen Leiden en Woerden lag al in 1856 op de tekentafel, maar door allerlei conflicten over concessies, de financiering en het tracé ontstond veel vertraging. Op 15 december 1875 kreeg de Spoorwegmaatschappij Leiden-Woerden uiteindelijk een concessie voor de aanleg van een 32 kilometer lange spoorlijn ten zuiden van de Oude Rijn. De exploitatie kwam in handen van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij. Langs het tracé werden vier stations gebouwd: Hazerswoude-Koudekerk, Alphen-Oudshoorn, Zwammerdam en Bodegraven. In Woerden sloot het spoor aan op een reeds bestaande lijn naar Utrecht. De boeren aan de (Hoge) Rijndijk verzetten zich tegen de aanleg van een spoorlijn vlak achter hun boerderijen. Zij zouden daarvoor land moeten afstaan, wat nadelig was voor hun bedrijfsvoering. Dit boerenprotest leidde tot stukken in de krant, onteigeningsprocedures en uiteindelijk tot hoge schadevergoedingen.

Op 15 oktober 1878 werd het baanvak in gebruik genomen. De eerste trein werd in Alphen feestelijk onthaald, maar in Koudekerk was men minder uitbundig. Vanuit het dorp was het nog een flink stuk lopen naar het station dat in de gemeente Hazerswoude lag. Bovendien moest je tol betalen voor de brug over de Rijn en op de Gemeneweg. De inwoners van Boskoop hadden slechts beperkt profijt van station Alphen-Oudshoorn aan de nieuwe spoorlijn. Om de Boskoopse kwekers tegemoet te komen, werd in 1883 tussen het spoor en het omleidingskanaal (een zijarm van de Rijn in het centrum van Alphen) een haven aangelegd voor de overslag van hun met schuiten aangevoerde producten.

 

Verdere ontsluiting van het Groene Hart

De inwoners van Aarlanderveen-Dorp moesten wachten op de aanleg van de Haarlemmermeerspoorlijnen in het veengebied tussen Haarlem, Amsterdam, Nieuwersluis, Alphen en Leiden. De opzet was de nog altijd geïsoleerde dorpskernen in dit agrarische gebied te ontsluiten en een snel transport van personen, land- en tuinbouwproducten en vee mogelijk te maken. Een lijn van Amsterdam naar Alphen via Uithoorn met stations in Nieuwveen, Nieuwkoop en Aarlanderveen maakte deel uit van dit netwerk. De aanleg begon in 1906 maar vorderde traag door de slappe veenbodem en de vele waterwegen die moesten worden overbrugd. Bij station Alphen-Oudshoorn werd een spoorwegemplacement met twee kopsporen aangelegd. Die kwamen al snel samen in een enkel spoor dat parallel liep aan de lijn Leiden-Woerden en dat de Gouwe kruiste over de bestaande spoorbrug. Na ongeveer 500 meter boog de spoorlijn af naar het noorden. Vervolgens liep hij over een hoge spoordijk naar station Gouwsluis, waarna hij direct de Oude Rijn kruiste via een imposante spoorbrug. Ten slotte tufte de trein door de polder naar Aarlanderveen.

Op 1 augustus 1915 vierden de inwoners van Aarlanderveen uitbundig de opening van het traject Alphen-Uithoorn. Nu konden zij in Alphen boodschappen doen, konden hun kinderen naar Alphen voor een vervolgopleiding, werd familiebezoek buiten het dorp een stuk gemakkelijker en kon je met de trein een dagje naar Amsterdam. Wat een weelde. Ook het bedrijfsleven van Aarlanderveen profiteerde van de ontsluiting van het dorp. C. van ’t Riet en A. Blom, beiden fabrikanten van wasmachines en zuivelgereedschappen, lieten hun producten over het spoor vervoeren.

 

Achteruitgang en nieuw perspectief

Vanaf het begin waren de Haarlemmermeerspoorlijnen verliesgevend. In de jaren twintig verschenen de eerste autobusdiensten en groeide het vrachtvervoer over de weg. In 1921 werden de Nederlandse Spoorwegen eigenaar van de spoorlijnen, maar ook die konden het tij niet keren. Toen de verliezen in en kort na de crisisjaren steeds verder opliepen, besloten de Nederlandse Spoorwegen de Haarlemmermeerspoorlijnen gefaseerd te sluiten. Op 1 januari 1936 werd de lijn Alphen-Uithoorn opgeheven. Station Gouwsluis (het witte huis op de terp), de wachterswoning aan de Steekterweg, de Treinweg en station Aarlanderveen herinneren nog aan dit stukje spoorweghistorie.

Langs het traject Leiden-Woerden werden de stations Hazerswoude-Koudekerk en Zwammerdam respectievelijk in 1934 en 1950 voor reizigersvervoer gesloten en na verloop van tijd gesloopt. In 2007 gold dat laatste ook voor het oude stationsgebouw van Alphen aan den Rijn.

Positieve ontwikkelingen waren de opening van de lijn Alphen-Gouda en de feestelijke ingebruikname van station Boskoop op 6 oktober 1934. Voor Boskoop was dit de bekroning van een jarenlange strijd voor een aansluiting op het landelijke spoorwegnet, zodat bomen en planten sneller naar hun bestemming konden worden vervoerd. Toen in de jaren vijftig van de vorige eeuw de lijn Gouda-Alphen moest worden geëlektrificeerd, in navolging van de lijn Leiden-Woerden, was het goederenvervoer per spoor sterk teruggelopen. Daarom gingen er stemmen op om het ‘boemellijntje’ langs de Gouwe maar op te heffen. Dat is gelukkig niet gebeurd, mede dankzij de steun van het sterk groeiende Waddinxveen. Nu onderhoudt R-net een hoogwaardige kwartiersdienst op dit traject en heeft Boskoop sinds 2017 een tweede halte in de Snijdelwijk.

En er ligt nog meer moois in het verschiet. In november 2020 stemde het Rijk in met de aanleg van een halte in Hazerswoude-Rijndijk op voorwaarde dat er vier keer per uur een trein kan rijden. Zo blijft de spoorlijn, die in 1878 in gebruik werd genomen, ook in de toekomst van grote waarde voor de bereikbaarheid van en de leefbaarheid in deze regio.

 

TEKST: PIET PIJPER

 

BEZOEKEN

  • Station Gouwsluis en wachterswoning (Steekterweg 61 en 63, Alphen aan den Rijn).
  • Treinweg, Alphen aan den Rijn (het inmiddels geasfalteerde tracé van de voormalige spoorlijn Alphen-Aarlanderveen, tussen de Oude Rijn en Aarlanderveen).
  • Station Aarlanderveen (Stationsweg 6, Aarlanderveen).

Geen van de genoemde panden is openbaar toegankelijk.

VERDER LEZEN

Mark Boon, ‘Boskoop aangesloten op het spoor’, in Canon van Boskoop (https://www.canonvannederland.nl/nl/page/195762/boskoop-aangesloten-op-het-spoor).

J.P.H. Gerritsen, ‘De Haarlemmermeerlijnen. Per trein naar Alphen vanuit noordelijke richting’, De Viersprong 21 (2004) nr. 80, 85-92.

J. den Hengst, ‘De trein in Aarlanderveen-Dorp’, De Viersprong 26 (2009) nr. 99, 29-36.

Wim Wegman, Sporen 2. Een zoektocht langs de resten van de Haarlemmermeerlijnen (tweede druk; [Alkmaar] 2011).